2016-32. De Kaakchirurg

Het was klaar. Ik was het zat! Pijn, alhoewel zeurend van aard, kon ik zo langzamerhand missen als echte kiespijn. Deze "zeurende" kiespijn overigens, werd bij navraag bij mijn tandarts veroorzaakt door de wortelkanalen. Ja, ja, wortelkanalen, alsof ik er nog niet genoeg behandelingen van had gehad. Dus kon er nog wel eentje bij, pffff. "Nee" zei de tandarts, "hier kan ik niks meer mee". Toen ik haar enigszins verontrustend de vraag stelde waarom niet, zei ze: "deze kies hebben we al eens behandeld voor wortelkanaalbehandeling en ik denk dat er maar één weg is om ervan af te komen en dat is de weg naar de kaakchirurg. Ik kan hier niets meer aan doen". "Kaakchirurg???" vroeg ik in de hoop het verkeerd gehoord danwel begrepen te hebben "Ja, je moet naar de kaakchirurg, want dit kunnen wij niet oplossen" Ze vertelde mij dat een nieuwe ingreep door hun waarschijnlijk niet zou helpen omdat de vulling van de betreffende kies zo groot was dat ik de problemen zou kunnen houden wanneer dit niet afdoende zou worden aangepakt. En dus moest ik naar de kaakchirurg. Ik naar de kaakchirurg? Dacht het niet. Dus zei ik; "trek dat ding er maar uit, ik heb genoeg van die ellende, hup trek m er maar uit". Op dit moment echter greep de assistente van de tandarts, die ik hoog heb zitten, in. "Nee joh, die kies kan nog wel even mee, zou zonde zijn als je hem nu zou verwijderen, je bent er nog te jong voor om zonder die kies door het leven te gaan". Het duurde even voordat ik begreep wat ze had gezegd in combinatie met de  consequenties welke mijn volgende reactie zou hebben. "Ok" zei ik, "dan moet het maar he?" En dus maakte ze een foto van de betreffende kies en kreeg ik naast die foto de overige papieren mee voor een afspraak bij de kaakchirurg. Thuisgekomen pakte ik mijn telefoon en maakte met heel veel tegenzin de afspraak. Vorige week vrijdag was het eindelijk zover. Rond half 10 in de morgen kwam ik aan op de parkeerplaats vóór het Twenteborgh ziekenhuis te Almelo voor de afspraak met de kaakchirurg. Ik was moedertjeziel alleen. En ook nog eens op bezoek in hetzelfde ziekenhuis waar ruim 17 jaar geleden mijn toen nog maar 1 jaar oude zoontje op de intensive care was terechtgekomen door fouten van aldaar dienstdoende artsen. Ik wilde hier eigenlijk nooit meer naar terug, eigenlijk was het zelfs een keiharde afspraak, maar het moest. Ik moest naar de kaakchirurg. En in Hengelo is er geen kaakchirurgie meer. Kortom; wilde ik er van af moest ik dit ziekenhuis wel in. Moeizaam liep ik de trap op naar de eerste verdieping. En zocht ik mijn weg naar de afdeling waar ik pijn zou gaan lijden. Want één ding wist ik zeker, dit ging pijn doen. Eénmaal bij de balie van de afdeling kaakchirurgie probeerde ik het nog stoer: "Boereboom 14-12-1962". De vrouw achter de balie keek mij aan en zei; "mooi op tijd!" "Op tijd waarvoor eigenlijk? Op tijd voor pijn?" was mijn wat onvriendelijk klinkende antwoord. "Ja, pijnloos zal het natuurlijk niet zijn, ik kan u helaas niets anders vertellen, maar dat zult ook u wel begrijpen" was haar reactie. Ja natuurlijk begreep ik dat wel, maar ik wilde zo verschrikkelijk graag iets anders horen en dus vroeg ik toen maar: "hoe lang duurt de ingreep?". "U bedoelt de operatie, die duurt ongeveer een half uurtje" antwoordde ze. Eerst al het gebruikte woord "operatie".  Beetje overdreven niet? Maar ja, zij hoefde niet in die stoel, dus zij kon dat natuurlijk zonder enige vorm van bescheidenheid danwel uit pure geruststelling zeggen. Nee, natuurlijk niet. En dan dat "half uurtje". Een heel half uur is geen half uurtje hoor. Dat zijn maarliefst 30(!) minuten van pijn. Goed. Ik begreep het. "Neemt u maar plaats in de wachtkamer, u wordt zo opgehaald" was haar laatste reactie. En dus liep ik de wachtkamer in. Wat nerveus om mij heenkijkende zag ik mensen zitten: een vrouw met gaasjes bij haar rode neus of weer een ander met een dikke mond. Vaak leken de hoofden in ieder geval dikker dan ze moesten zijn, ik was naar mijn idee nog degene met het meest normale hoofd. Het was absoluut geen geruststellende gedachte. Ik besloot er maar niet meer naar te kijken en bedacht mij: "kom op Frank, wat gebeuren moet moet gebeuren, er is gewoonweg geen weg meer terug. Vanavond lach ik er wellicht om". Maar dat laatste kon ik natuurlijk niet menen en was misschien wel meer om mijzelf moed in te spreken. Jezus, bij de kaakchirurg. Echt, die is voor mij tot nog toe de ergste van alle soorten. Pffff. En daar zat ik dan, in die wachtkamer. Eventjes later kwam de vrouw met een dikke rode neus, die nog groter leek dan de neus die de behandelkamer inging, de behandelkamer uit en de assistente nam afscheid van haar en haar man. Toen riep ze: "Boereboom?" Alsof mijn laatste (half) uur geslagen had stond ik op gaf haar een hand en volgde de mooie assistente naar de kamer. Ik verwachtte daar een hele grote kerel met allerlei speelwerktuigen te zien, maar wij waren daar alleen. Ze vroeg mij de röntgenfoto, gemaakt door de tandarts, te overhandigen en stelde mij de vraag of ik pijn had aan de kies. En het antwoord dat ze kreeg was niet gelogen; "nee, al dagen heb ik geen pijn meer". Ze zei me te wachten omdat ze ging overleggen. Even hoopte ik dat ik er nog onderuit zou komen, maar die hoop vervloog kort daarna. Na zo'n kleine 5 minuten stond ze er namelijk weer: "komt u maar met mij mee, we gaan naar de andere kamer". En liepen wij een tweede kamer, grenzend aan de eerste binnen. En daar in die kamer, daar zat ie dan. Een vooraslnog vriendelijk kijkende man. Zo probeerde hij in ieder geval wel over te komen. Ook hij zal wel weten dag hij gevreesd wordt. En gemist kan worden als de ergste kiespijn! Maar hij zat er. En ik ook. "Zo, dus jij hebt pijn. En ik zie dat deze kies al eens is behandeld?" Was zijn directe veronderstelling en vraag. "Nou, eerlijk gezegd heb ik er al dagen geen last meer van" probeerde ik opieuw nu bij de chirurg. En ook gaf ik antwoord op zijn vraag: "de tandarts zei dat ze de wortelkanalen van deze kies al eens heeft behandeld en dat zij er niets meer aan kan doen en daarom ben ik nu bij u". "Juist ja" sprak hij terwijl hij om een algemene indruk te krijgen even in mijn mond keek. Ik voelde dat ik er niet meer onderuit zou komen en realiseerde mij dat het hele halve uur nog moest beginnen, terwijl ik er al zeker 10 minuten was. Uiteindelijk zei de chirurg: "Ga maar in die stoel zitten" en wees naar een wel heel aparte tandartsstoel. Het deed mij meer overkomen als de stoel. U weet wel. Zo'n stoel zoals er enkele van in Amerika zijn. Het maakte mij nog wat nerveuzer en de vriendelijk kijkende man was verworden tot een koele zakelijke man. De chirurg reed in een weer andere stoel naderbij en pakte iets van zijn werktafel. Vast een werktuig dat pijn gaat doen, bedacht ik mij. Hij vroeg mij de mond te openen, ramde met hetzelfde werktuig op de betreffende kies en vroeg me of het pijn deed. Met veel moeite ontkende ik de pijn welke ik weldegelijk gevoeld had. Een laatste wanhoopspoging van mijn kant die door de chirurg helaas voor mij, niet op waarde werd geschat. En daarmee verloor de chirurg alle menselijkheid die ik bij binnenkomst nog had bespeurd. Een assistent van de chirurg prepareerde ondertussen een goedje dat in de naald werd gezogen en even daarna in mijn kaak werd gespoten. Niet veel later voltrok zich een verlamming die zijn weerga niet kent. Veel kon ik in ieder geval niet meer zeggen en deed ik dat, dan leek het op wat gebrabbel van een kind met de leeftijd van hooguit 2 jaar. Ik denk zelfs dat die nog beter te begrijpen waren dan ik. De assistent zag dat zijn werk het benodigde effect had gekregen en deed een groene lap over mijn gezicht. Wel met een gat erin. Een gat precies ter hoogte van mond. De chirurg pakte opnieuw iets van zijn werktafel. Een volgend marteltuig vermoedelijk. Het maakte een onheilspellend geluid. Mijn handen trokken op dat moment voor mijn gevoel zowat de leuningen van DE stoel uit hun verband. Zo'n gespannenheid. Niet normaal meer. Maar ik was er klaar voor, voorzover je daar ooit klaar voor kunt zijn. De mond ging opnieuw open op gezag van de chirurg. En een geluid als van een metaalbewerker die met een haakse slijper door een dik metalen plaat probeerde te zagen maakte zich meester van mij. Pijn daarentegen had ik vreemd genoeg niet, maar wel het onbegrip van wat de chirurg in Godsnaam met mij aan het doen was. Maar ik was te monddood door de verdoving en al zou ik het gekund hebben, door een in mijn mond met werktuig bezig zijnde chirurg zou ik mijzelf nooit verstaanbaar hebben kunnen uitspreken. Ik besloot mij er maar niet meer druk om te maken tenslotte was het op dat moment nog altijd pijnloos. Even later haalde de chirurg zijn werktuig (lees; haakse slijper, althans zo leek het) uit mijn mond en zei dat hij nu de twee kanalen ging behandelen. Voordat hij begon vroeg hij mij; "heb je pijn?" En mijn antwoord was even onbegrijpelijk als eerlijk en ondanks de verdoving redelijk verstaanbaar: "eh nee, geen pijn!". Maar daarmee was de angst nog niet voorbij. Bij de tandarts was het schoonmaken van de wortelkanalen juist een vreselijk pijnlijke ervaring geweest dus wist ik niet wat ik er hier bij de kaakchirurg van moest verwachten. Niet veel later voelde ik draad in mijn half verlamde mond. "Zou hij al klaar zijn?" was mijn eerste gedachte. "Zo, nog éèn hechting en je bent klaar" hoordde ik de ineens vriendelijke chirurg zeggen. Ik was zo verschrikkelijk opgelucht toen hij zei dat het klaar was. Nauwelijks pijn geleden. Wel een behoorlijk raar gevoel in de rechterkaak en wang. Zelfs mijn oog zat bekant dicht.
De chirurg vertelde mij dat de pijn nog wel zou komen nadat de verdoving zou zijn uitgewerkt. Ook maakte hij me duidelijk dat de hechtingen er vanzelf uit zouden gaan. Kwestie van een paar weken.
Alsof ik bevrijd was van iets heel ergs stapte ik even later met een dikke wang, een dicht oog en een lamme bek in mijn auto en reed weer snel weg. Weg van het ziekenhuis en weg van de chirurg. Pijn kende ik deze dag nauwelijks. Wel wat pijnstillers geslikt nadat de verdoving was uitgewerkt. Echt veel heb ik er niet van gemerkt. En zo kon ik toch nog de route rijden op de Nijverheid.

De dagen na de behandeling bleven vreemd genoeg, maar natuurlijk vooral gelukkig, ook pijnloos. Tot aan afgelopen dinsdag. Maandag verloor ik al een hechting. Ik dacht nog; wat snel! Maar ja, misschien herstelt het allemaal wel heel snel. Dinsdag, 5 dagen na de ingreep, kwam de pijn. En de pijn bleef tot donderdag. Hoofdpijn, koppijn en zelfs oorpijn. Maar ook heel moe. Totaal geen zin in ook maar iets te doen. En het komt van de kaak. Dat is duidelijk. Zelfs nu voel ik de zeurende pijn alhoewel het niet meer zo erg is als de dagen hiervoor. Er zit dus wel duidelijk verbetering in.
Het hield mij thuis. Geen puf om ijs te verkopen.  Teveel pijn. Het was niet echt erg gezien het weer. Maandag had ik nog op een zeer rustige Vossenbelt gereden terwijl ik dinsdag en woensdag dus door pijn aan de kant bleef. Tijdens deze dagen en ook donderdag was het weer ook niet je van het en kon ik de Snor met gerust hart laten staan. Overigens is dit de meest slechte week van het seizoen. Er zijn geen afspraken en heel veel mensen zijn (nog) op vakantie.
Mogelijk ga ik vrijdag weer ijsrijden.

Update zaterdag;
Gisteren ben ik weer uitgereden. Op de Nijverheid was het weer heel gezellig. Veel mensen zijn nog weg, maarrr....er waren er ook weer thuisgekeerd.  Dit weekend komen er weer veel mensen thuis en dus is de ergste periode nu voorbij. Ook het weer gaat verbeteren en er zijn vanaf volgende week ook weer afspraken. Zo sta ik dinsdag in Hilversum en woensdag bij TZM t Hof te Hengelo. Leuk! Heb er weer zin aan. De zomer is niet goed geweest, maar we gaan nog 8 weken vlammen. Dat is in iede geval de bedoeling.

Over 4 weken echter, gaan de eerste avondwijken er voor dit seizoen al weer uit. Het beschikbare daglicht zal dan onvoldoende zijn geworden om nog ijs te kunnen verkopen. Het gaat hard nu. De zomer (in tijd dan) is op zijn retour.

Morgen rijd ik weer een thuiswedstrijd en dan heb ik een hulpje aan boord. Anna gaat mij assisteren! Een kinderdagwensje van vorig jaar. Ik wens Anna vanaf deze plek alvast heel veel plezier toe en zeg haar toe dat we er een leuk feestje van gaan maken.

Nog één opmerking;

Ik rijd heel graag uit met ijs. Echt waar! Er zijn wel omstandigheden die mij kunnen beletten uit te rijden. Het weer of ziekte zijn er een paar. Soms maakt het weer dat ik twijfel. En soms twijfel ik zo hard dat ik de kar niet tijdig meer kan op starten voor een rit. Er zijn nu éénmaal nog al wat handelingen te verrichten alvorens ik echt weg kan. Ook te vroeg of te laat ergens zijn kan ik niet verhelpen. Ben ik bij de ene te vroeg ben ik bij zijn buurman te laat.  Ik kan dat echt niet veranderen. Ik hoop dat u dat kunt begrijpen.

De week zit er op. De slechtste uit de prille historie. Volgende week gaan we weer op volle kracht vooruit. De pijn is weg, het weer wordt beter en de opdrachten wachten.
Een weekje slecht weer was zo slecht nog niet.

Ik wens u allen een fijne week toe.

Frank Boereboom
Franky's ijs en Ontbijtservice
Hengelo

Reacties

Populaire posts