2018-28. De rokende Snor.

Roken... zo af en toe een sigaretje. Wanneer ik voor de gezelligheid mee doe. Meer dan dat is het niet. Kan ook zo maar zijn dat ik weken geen sigaret opsteek. En ik hoef er in principe ook geen één. Er is totaal geen sprake van verslaving. Jaren geleden gestopt en ik kan echt goed zonder. Maar toen mijn grootste vriend er nog was rookte ik voor de gezelligheid mee. Vond die leuk. Dan zei die; "neem ook een sigaret, ze liggen op de plank, speciaal voor jou gekocht!", terwijl ik wist dat hij ze voor een ieder die hem bezocht had ingekocht. Gewoon omdat ie dat gezellig vond. En rookten velen met hem mee. Nu hij, we hebben het over mijn vader, er niet meer is rook ik zo nu en dan nog wel eens een sigaretje mee. Ofwel op werk ofwel in de straat bij mensen na het scheppen van ijs.

Roken. Dat deed de Snor ook afgelopen zondag. Maar dan wel op een heel andere manier. Ik was onderweg naar Dalmeden. Een opdracht. De Snor deed de hele week al raar. Dan trapte ik het gaspedaal volledig in maar in tegenstelling tot wat meer snelheid, remde hij gewoon af. En dat terwijl ik die extra power echt nodig heb. Zeker wanneer we moeten klimmen.
En het ging ook maar niet over. De hele week was ik daarom niet echt blij. Waarom deed hij dit? Het sleepborsteltje dat in het motorcompartiment zit heb ik zelfs nog doen vervangen. Ik dacht daarmee het probleem te hebben opgelost. Maar niets bleek minder waar. Hij bleef vervelend doen. En ja, die zondag. Daar halverwege die zeer lange klim. Toen gebeurde er iets wat ik niet had verwacht. Ik reed omhoog de brug over de A1 op. Gaf als altijd vol gas om in ieder geval tempo te blijven houden. Niet wetende dat ik op dat moment in die situatie met de reeds gemelde problemen teveel van de Snor vroeg. Ik rook brandlucht. Stopte de Snor en stapte uit. Liet buiten de Snor mijn neus zijn werk nog eens goed doen en kwam tot de conclusie dat er geen brandje in de omgeving was. En dus richtte ik mij tot de midden op de weg  stilstaande Snor. Zo naar de Snor kijkende was er niets te merken van enig onraad of  dat er iets niet deugde. Totdat ik de motorkap van de Snor afhaalde en een grote rookwolk op mij zag afkomen. Heel snel richtte ik mij tot de brandblusser, maar al snel bleek de rook als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen en bleek uit niets dat er nog gevaar zou kunnen zijn. Ik was wel even behoorlijk geschrokken. En wist ook even niet wat te doen. Omdat ik precies op het midden van de reis tot stilstand was gekomen kon ik kiezen om om te draaien en naar huis te gaan. Of ik kon doorrijden naar de nog openstaande afspraak. Ik besloot eerst wat nader onderzoek te doen. Ik had nog tijd genoeg. Uiteindelijk dacht ik het probleem te hebben getraceerd. Ik zag dat de vierde versnelling het niet meer deed. En dus wist ik ook hoe ik, als ik al verder zou gaan, verder moest gaan. Uiteindelijk koos ik ervoor de afspraak te doen nakomen en dan maar te zien hoe de Snor zich zou houden. Een minuut of 5 later deed ik de motorkap dicht en stapte weer in de Snor. Behoedzaam reed ik de Snor tot in zijn derde versnelling de brug verder op. Dat ging uiteraard langzaam maar het ging. En zo bleef ik rijden. De hele dag. Langzaam maar voorwaarts! Dalmeden werd in ieder geval op tijd aangedaan. En de mensen aldaar waren erg blij met de komst van de ijskar.

De weg naar huis duurde vreselijk lang. Het leek wel of er geen einde aan kwam. Maar uiteindelijk haalde ik ook thuis. Reed de Snor onder het afdak en wist dat ik nog één dag met de "zieke" Snor moest zien te overleven.

Zo zie je maar weer. Altijd waakzaam blijven. Het kan zomaar gebeurd zijn. Blij was ik wel dat ik de afspraken, zelfs een dag later nog een afspraak op basisschool de Timp, tot een goed einde heb weten te brengen. Gewoon door kalm om te gaan met de haperende Snor.

De dagen erna liet ik het werk voor wat het was en heb ik een monteur laten komen om de Snor weer te laten repareren. Dit gebeurde op donderdag.

Het ijsvak is prachtig. Dat heb ik deze week weer eens mogen ervaren. Op de Timp werd ik vastgeklampt door de kleinsten van de school. Werkelijk elk kind wilde de ijscoman wat laten zien. De één wilde op het klimrek zijn kunsten vertonen, terwijl de ander slechts een verhaal wilde vertellen. Weer een ander reed op een driewieler en ik moest het zien. Het ijs leek even niet te bestaan.
Bij de ouderen op het Borsthuis was het weer heerlijk lachen. Het blijven toch zeer dankbare mensen. Sommigen hielden gewoon niet op met lachen. Zo blij als ze waren met de komst van de fietsijskar.  Er was zelfs één mijnheer die met ons meeliep. Vanaf de eerste afdeling en hij kreeg op afdeling nummer drie ook zijn derde ijsje. En elke keer keek hij zo verschrikkelijk gelukkig, blij met zijn verovering. Er was op de derde afdeling een oudere vrouw jarig. Nog flink bij de pinken. Ik vertelde haar dat ik speciaal voor haar gekomen was. Ze geloofde het echt!
Totdat ik schermde met de rekening, haha.
Om haar niet in onrust achter te laten zei ik uiteindelijk; "nee hoor, hoef je niet te betalen". Ze lachte en at haar ijsje verder op. Of op het afscheidsfeestje van groep 8b op het veldje bij de Boerhavelaan. Ook weer zo'n leuke opdracht met een voor mij prachtige foto als herinnering. 

Het werken met jonge en oude mensen is zo ontzettend mooi. Dat kun je niet omschrijven. Dat moet je zien. Ik ga meestal los. Kan het niet helpen. Ik moet ze zien lachen en genieten. Pas dan ben ik tevreden.

Mijn zoon is nu voor de eerste keer zelfstandig ijscoman geweest. Eerder had hij nog met zijn oudere broer ergens opgetreden. Nu was hij echt helemaal alleen. Ik moest namelijk elders een feest bijwonen en kon dus niet op het tuindorp bbq zijn. Wel reed ik na mijn feest direct richting het terrein waar de bbq was gesitueerd om mijn zoon aan het werk te zien. Ofschoon hij daar nog stond was hij al wel klaar met ijsscheppen.  Van het nog aanwezige volk kreeg ik te horen dat hij het uitstekend had gedaan. En.... dat ik niet meer nodig was in de wijk.
Het is mooi dat mijn jongen mij wil helpen. Ik juich dat toe. Ben zelfs bereid om voor hem te sparen voor zijn eigen gemotoriseerde kar. Maar eerst moet hij zich nog gaan bewijzen. We gaan hem vanaf volgend weekend elke week op tuindorp zien.
En ook dus op woensdagmiddag op een nog te kiezen wijk.

Komende week ben ik op mogelijk twee dagen verhinderd. Zo wie zo op zaterdag aanstaande. Dan ga ik uit met mijn vrouw. Kadootje van mijn 3 zonen en schoondochter. En zeer waarschijnlijk ook maandagavond.
Dan zal ik wellicht bij mijn dochter zijn die dan zeer waarschijnlijk is afgestudeerd.
Men hoort er nooit veel over,  maar geloof mij dat ik op haar erg trots ben. Volgend jaar gaat zij trouwen. De eerste!!!

Nog een paar opdrachten en de drukte is echt voorbij. De vakantieperiode gaat aanvangen. 2 van de 6 weken rijd ik niet. Dan heeft venten totaal geen zin. Dan zijn de meesten weg.
Wanneer dat precies is laat ik nog wel weten.

En dan nog even dit;

Soms krijg je verzoeken welke onder druk van tijd net kunnen worden gehonoreerd. Dan doe je dus veel dingen in een eigenlijk te kort tijdsbestek om de klant maar te wille te zijn. Denk aan inkopen of aan organiseren van de toch al drukke agenda. Kosten nog moeite worden dan bespaart onder het motto: "Alles voor de klant".
Des te vervelender is het dan dat het vaak juist deze klanten betreft die het met de betaling ervan wat ruimer wensen te nemen. En mij nou niet het gevoel geven dat ik er zoveel extra werk aan heb gehad.
En ik uiteindelijk de bewuste klant zelfs moet aanspreken of schrijven. Om vervolgens erachter te komen dat men, althans zo lijkt het gewoon, (nog) steeds weigert te betalen.

Als ik nu ergens moe van wordt....

Ik weet ook wel dat dit soort dingen voorkomen. En uiteindelijk zal ik alle uitstaande rekeningen incasseren. Daar mag iedereen en vooral diegenen die nog niet hebben betaald vanuit gaan. Maar jammer is het wel, want je bent al zo druk. Voor diegenen die zich aangesproken voelen; het klopt, het is voor jullie geschreven. Graag even betalen! Soms moet je ver gaan om mensen te bewegen.

Voor nu:

Wie op vakantie gaat eind deze week; heel veel plezier. Geniet met volle teugen. En alvast een behouden terugreis.
Voor diegenen die nog thuis zijn; wellicht tot bij de kar. Het blijft onverminderd mooi weer en dus blijft ijs altijd een heerlijke verkoeling. En ben ik samen met Joeri op pad.

Ik zeg; tot volgende week. Ook namens Joeri.

Frank Boereboom
Frankys-Food
Hengelo

Reacties

Populaire posts